Het lot laat zich niet vermurwen, maar het is nooit wreed. Het lot is rechtvaardig, dat is alles. Alle fouten die je begaan hebt, werden opgestapeld op één schaal van de weegschaal, maar als je beslist je leven te verbeteren, zullen al je goede daden zorgen voor gewicht op de andere schaal.                                                                                       

Wanneer het moment aanbreekt te betalen voor overtredingen, zullen je goede gedachten, je goede gevoelens en je goede handelingen tussenbeide komen, zodat de betaling minder zwaar wordt. Dit betekent dus ook dat men geen fatalist mag worden met redeneringen zoals: ‘Aangezien mijn lot zus en zo is, kan ik er toch niets aan doen en moet ik het aanvaarden.’ Nee. Vergeet nooit deze gulden regel: het lot vraagt nooit de verstikking en uitdoving van de geest. Integendeel, het lot dient precies ons ertoe te verplichten de geest wakker te maken en met de geest te werken, om voor onszelf een nieuwe toekomst te scheppen.

Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. XII