Word je bewust van de gevolgen die je goede of slechte psychische toestanden teweegbrengen in de onzichtbare wereld. Als je daar niet op let, is dat des te erger voor jou, want op een dag ben je verplicht alle schade die je hebt aangericht, vast te stellen. Als je aankomt aan de overzijde en men zegt je: ‘Kijk, door jouw fout werd die misdaad begaan, is dat ongeluk gebeurd’, zul je tevergeefs protesteren dat je nooit een vlieg hebt kwaad gedaan, dat je nooit gestolen hebt, dat je nooit gedood hebt. Men zal je immers antwoorden: ‘Dat is misschien waar, maar je gedachten en gevoelens hebben andere personen beïnvloed, die omwille van jou onheil hebben gesticht.’                                                                   

Men is dus niet alleen verantwoordelijk voor zijn daden, men is ook verantwoordelijk voor zijn gedachten en gevoelens, want deze werken in de onzichtbare wereld als krachten die in staat zijn mensen naar het goede of naar het kwade te leiden.

Zie ook ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst. III, IV en V