Het bestaan van een broederschap, van een spirituele gemeenschap, is nuttig en heilzaam om talrijke redenen, en vooral omdat zij aan mensen de beste voorwaarden biedt te veranderen en vooruit te gaan. Wanneer men alleen is, heeft men vaak niet de wilskracht zich in te spannen, om beter te worden, terwijl men in een collectiviteit gestimuleerd en aangespoord wordt, wat dus gemakkelijker is.                                                                    

Ja, het voorbeeld heeft een enorme invloed. Of het nu gaat over losbandigheid, alcohol, drugs of misdadigheid, je hebt er geen idee van hoeveel mensen dwaasheden begaan, omdat zij zich hebben laten meeslepen. Als men bijgevolg kan begrijpen dat een collectiviteit in staat is mensen mee te voeren naar het kwaad, waarom zou men dan niet inzien dat zij evenzeer in staat kan zijn hen mee te voeren naar het goede?

Zie ook ‘Een universele filosofie – broederschap als nieuwe vorm van bewustzijn’, Izvor 206, hst. VIII