Van een Meester mag je niet vragen dat hij alle kennis en macht bezit. Je hebt slechts het recht om hem één ding te vragen: dat hij je mag verbinden met de Hemel, dat hij je de weg toont naar God, dat hij je leidt op de weg van het licht.
Een Meester zal je niet bij zich houden, hij zal je naar God leiden. En als je erop aandringt om bij hem te blijven, zal hij je zeggen: ‘Nee, nee, reken maar niet te veel op mij, ik kan je niet alles geven, alleen God kan je vervullen. Wat mij betreft, ik kan je alleen maar de weg helpen vinden. Ik ben veeleer een telefooncel die je in staat stelt om met de goddelijke wereld, met de hemelse hiërarchieën in verbinding te treden, dat is alles.’ Dit zal een echte Meester tegen jou zeggen. Als je natuurlijk niet voor een echte Meester staat, zal deze je allerlei andere zaken vertellen en het is dus aan jou om het onderscheid te maken.
Zie ook ‘Spirituele Meesters, lichtbakens voor alle tijden, Izvor 207