Dagteksten
Wanneer iemand beslag legt op een stuk grond van een ander, omdat hij hem niet volledig heeft terugbetaald, wanneer hij hem een slag heeft toegebracht of hem beledigd heeft, is de wet tegen hem en wordt hij veroordeeld. Maar wanneer hij door zijn geschriften, zijn woorden of zijn voorbeeld duizenden personen hun geloof, hoop of liefde doet verliezen, als hij hen aanzet tot geweld of losbandigheid, laat het gerecht hem vaak begaan.
Iedereen is immers vrij zijn gedachten en verlangens uit te drukken, zelfs de gemeenste, zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor de toekomst van sommige mensen die zwakker en gevoeliger zijn. Gestolen juwelen, gebroken ramen, ja, dat is belangrijk, maar zielen en geesten die worden overgeleverd aan twijfel, opstandigheid en ontreddering, is dat niet erg? En zo lopen de grootste misdadigers vaak vrij rond.
Zie ook ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst III
Wanneer moslims een moskee binnengaan, doen zij hun schoenen uit en laten zij ze achter bij de deur. Welnu, je moet hetzelfde doen met je zorgen en problemen: laat ze een ogenblik buiten. Je kunt ze daarna weer meenemen bij het naar buiten gaan, als je er echt aan vasthoudt, waarom niet?
Bij sommige mensen heb je de indruk dat zij niet kunnen leven zonder onrust, het leven is voor hen ondraaglijk als ze zich geen zorgen maken. Maar zij mogen gerust zijn, er zullen altijd zorgen en verdriet zijn, daar ontbreekt het nooit aan. Waarom proberen zij ze niet van tijd tot tijd te vergeten? Maar nee, voor de meeste mensen moet het leven bestaan uit kommer en kwel, problemen en misverstanden. Het bewijs: over conflicten en tragediën zeggen zij: ‘Wat wil je, ouwe jongen, dat is het leven!’ Nochtans is dit helemaal niet het echte leven, het is er slechts een lagere graad van. Het echte leven kent men niet. En men kent het niet, omdat men niet begrijpt dat er een werk gedaan moet worden, om te kunnen genieten van de schoonheid, de zuiverheid en het licht van dat echte leven...
Zie ook ‘Spiritueel leven – 115 gouden regels’, Izvor 227, p. 56, 83, 88, 93 en 94
Een Ingewijde die zich toelegt op een heilzaam werk voor heel de mensheid, wekt ongewild vijandige krachten. Maar aangezien hij dat weet, neemt hij voorzorgen en zet hij zijn werk voort. Dat men vijandige krachten oproept, is geen reden om niet meer te werken voor het licht; ook dan moet men stoutmoedig kunnen zijn en doorgaan.
Wie met rust gelaten wil worden, moet niets uitzonderlijks ondernemen, maar zich verbergen en onbeduidend blijven: op die manier zal hij geen reacties uitlokken. Maar is het een oplossing alles wat groots en mooi is in het leven op te geven, om met rust gelaten te worden? Nee, ondanks moeilijkheden, tegenkantingen en kritiek, moet men doorgaan tot aan de overwinning!
Zie ook ‘Spiritueel leven – 115 gouden regels’, Izvor 227, blz. 106, 108, 113
De leerling probeert zich af te stemmen op de kosmische Intelligentie; iedere dag probeert hij met haar in harmonie te trillen, met haar te versmelten, zich te openen voor haar oneindigheid en zich te laten meevoeren door haar wervelingen... Maar alleen liefde is in staat hem zover te brengen, want alleen liefde maakt de waarachtige versmelting met een wezen mogelijk. Jezus heeft gezegd: ‘Je zult de Heer, Uw God, beminnen met heel je hart, heel je ziel, met al je kracht en al je gedachten.’ God heeft onze liefde niet nodig, Hij kan best zonder, maar wij hebben het nodig Hem te beminnen, dat is immers in ons belang. Daarom heeft Jezus niet gezegd aan God te denken, maar eenvoudig Hem te beminnen, want alleen schepselen die van elkaar houden, kunnen met elkaar overeenkomen en het eens worden.
Ik zeg jullie hetzelfde, wanneer ik vraag om iedere dag tot overeenstemming te komen met de kosmische Intelligentie en te handelen volgens haar wil, zelfs als je niet weet wat zij van jou verwacht. Want dat is liefde. Wanneer je iemand liefhebt, ben je altijd in harmonie met hem, zelfs als je niet weet wat hij vraagt. Je schenkt vertrouwen en je zet al je energie in om hem gelukkig te maken.
Zie ook ‘Spirituele meesters – lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst. XII
Vaak beeldt men zich in dat men na het ontdekken van een bepaalde methode, deze iedere dag en in alle omstandigheden kan gebruiken. Maar een methode die gisteren werkte, is vandaag misschien niet meer doeltreffend en dus moet je op zoek naar een nieuwe. Gisteren was je bijvoorbeeld in het Paradijs met een gedachte die je gelezen had, maar vandaag werkt die gedachte niet meer, je moet een andere vinden. Zo verplicht de Hemel ons dag in dag uit vooruit te gaan en andere dingen te doen, anders zouden wij inslapen met altijd dezelfde waarheid.
Iedere dag schotelt het leven ons nieuwe situaties, een nieuwe ordening der dingen, nieuwe krachtverhoudingen en dus nieuwe problemen voor die wij moeten oplossen. En als de oplossing er gisteren in bestond een beroep te doen op de wijsheid, is het vandaag misschien de liefde of de wilskracht of het geduld, die doeltreffend zijn. Er bestaat altijd een oplossing, span je dus in om haar te vinden.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, verzameld werk deel 11, hst. IX en XIII