Dagteksten
Sommige mensen hebben van nature zulke sterke driften en passies, dat niemand hen kan veranderen, geen enkele Meester, geen enkele Ingewijde. Zij zullen hun zeggen: ‘Ik begrijp u heel goed, ik ga met u akkoord, wat je zegt is prachtig, ik zou wel willen veranderen, maar ik kan niet, het is sterker dan ik.’ Sommigen geven toe: ‘Ik kan het niet opbrengen. Als ik niet rook, als ik geen vlees eet, als ik niet met vrouwen slaap, als ik niet een beetje kan sjoemelen, ben ik ongelukkig.’ Daarna worden zij nog ongelukkiger, dat spreekt vanzelf, maar dat is een andere kwestie.
Het komt er dus niet op aan deze mensen per se te willen veranderen, maar wel hun te tonen dat het spirituele leven dat anderen beoefenen, zin heeft. Of zij zullen aanvaarden te veranderen, is een andere vraag. Indien Christus zelf zou verschijnen, zouden duizenden personen op hun knieën vallen om hem te verheerlijken, maar toch zouden zij blijven wie zij zijn, niet in staat zichzelf te transformeren. Al zegt de kat: ‘Ik erken en bewonder je’, het blijft een kat: zij zal altijd muizen zoeken. Het is dus nutteloos haar ervan te willen weerhouden.
Zie ook ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221
Geen enkele activiteit is roemrijker dan deel te nemen aan het werk voor de komst van het
Koninkrijk van God en Zijn Gerechtigheid. Word je hiervan bewust en neem eraan deel met al je middelen, grote of kleine, en zelfs met je zwakheden en gebreken, dat maakt niet uit, als je maar deelneemt.
Wanneer er verkiezingen zijn, vraagt men niet aan de mensen of zij voldoende intelligent en bekwaam zijn om te stemmen, want zelfs idioten brengen hun stem uit. Welnu, ook wij moeten stemmen voor het Koninkrijk van God en Zijn Gerechtigheid, deelnemen aan de komst van dat Koninkrijk op aarde, trots en gelukkig zijn dat wij meedoen. Voor de Hemel bestaat er niets belangrijkers. Natuurlijk nemen de meeste mensen in zekere mate deel aan allerhande ondernemingen, maar deze ondernemingen zijn doorgaans alledaags, wanneer zij tenminste niet dwaas, verderfelijk of zelfs duivels zijn. Hier echter stelt men je de nobelste en meest verheven onderneming voor, waaraan je kunt deelnemen: het Koninkrijk van God en Zijn Gerechtigheid, de Gouden Tijd.
Zie ook ‘In naam van de Duif: innerlijke vrede, wereldvrede’, Izvor 208, hst. IX
De tong werd niet aan de mens gegeven om anderen te belasteren, vals te beschuldigen, te ondermijnen of te vernietigen. Haar rol is overeind te helpen wie gevallen is, te verlichten wie zich in duisternis of op het verkeerde pad bevindt, de weg te wijzen aan zij die verdwaald zijn.
De tong werd enkel aan de mens gegeven, om te zegenen, te danken, te communiceren met wijsheid, rechtvaardigheid en liefde. Zij die deze rijkdom niet naar waarde schatten, zullen haar op een dag verliezen. Probeer dus iedereen het voorbeeld te geven en toon dat je verstandig, goed en eerlijk bent door het beheersen van je tong. Ja, de tong is verantwoordelijk voor veel gelukkige of ongelukkige gebeurtenissen in het leven; zij doet ons vrienden verliezen of winnen. Probeer daarom altijd voor iedereen een vriendelijk woord te vinden.
Zie ook ‘De lach van de wijze’, Izvor 243, hst. VIII
Iedere bezigheid heeft een goede en een slechte kant. Sla jezelf gade en na enkele jaren zul je merken, welk beroep je ook hebt uitgeoefend, dat je er krachten, gezondheid en schoonheid aan hebt opgeofferd. Uiteraard waren er ook enkele kleine voordelen, maar als je alles op de goddelijke weegschaal legt, zul je vaststellen dat de kleine winst niet opweegt tegen de rijkdom die je verloren hebt.
Helaas hebben mensen niet de gewoonte dit soort berekeningen te maken. Wanneer zij geld, roem of kennis willen vergaren, wegen zij deze zaken nooit af tegen het verlies dat ze teweegbrengen op hun balans. Misschien krijgen zij wat ze willen, maar enkele jaren later vindt men hen terug in klinieken of psychiatrische instellingen, niet meer in staat te eten, te drinken of zich te verheugen: hun zenuwstelsel is totaal ontredderd. Op dat ogenblik beseffen zij pas de waarde van wat zij verloren hebben. Zij zeggen: ‘Had ik dat geweten...!’ Maar het is te laat, zij hadden het eerder moeten weten!
Zie ook ‘Het licht, de levende geest’, Izvor 212, hst. V
Hoe talrijker wij zijn om te zingen, hoe meer onze broederlijke uitstraling goddelijke entiteiten aantrekt die ons komen helpen en ons gezondheid, kracht en licht schenken. Wij zingen niet in koor om de tijd aangenaam door te brengen, maar om een bewust werk te doen, om ons persoonlijk, egoïstisch leven te onderwerpen aan de wet van broederlijkheid, universaliteit, harmonie.
Wij moeten werken voor de harmonie, want iedere harmonieuze vibratie die wij kunnen scheppen, brengt ons in verbinding met de grote kosmische harmonie. Het woord ‘harmonie’ vat alle deugden en alle zegeningen samen. Wanneer harmonie van ons bezit neemt, zal zij ons stemmen als een instrument en de Geest die dan op ons komt spelen, zal aan ons goddelijke klanken ontlokken.
Zie ook ‘Artistieke en spirituele schepping’, Izvor 223, hst. VI