Dagteksten
Leer je voeden met licht, want licht brengt de grootste rijkdommen met zich mee. En wanneer je je rijk voelt, ervaar je de behoefte om te geven, word je edelmoedig, begin je van alle schepselen te houden. Het is armoede die haat doet ontstaan.
Wie echt rijk is, verafschuwt nooit iemand. Echt rijk zijn de grote Meesters: zij leven in zo’n overvloed dat zij de behoefte voelen hun rijkdom uit te delen. Hoe zouden zij die leven in een dergelijke toestand van volheid, haatgevoelens kunnen hebben? Wie zich berooid voelt, wordt nijdig, jaloers en begint anderen te haten. Wanneer je dus iemand ziet die geen blijk geeft van liefde, mildheid of edelmoedigheid, heb je te maken met iemand die innerlijk arm en miserabel is.
Zie ook ‘In naam van de Duif: innerlijke vrede, wereldvrede, Izvor 208, hst. III en V
Het leven, wat is het leven? Wat doet schepselen zeggen dat zij leven? Het feit dat zij in staat zijn om uitwisselingen te hebben met de wereld om hen heen, waar zij de elementen uithalen die voor hen onmisbaar zijn. Meestal doen ze dat onbewust: zeer weinig mensen stellen zich bloot aan de zon, ademen, eten, drinken, enz. terwij1 ze zich helder bewust zijn van wat het licht, de warmte, de lucht en het voedsel hen brengt. En juist dit bewustzijn moet de leerling verwerven.
Sedert duizenden jaren leren de grootste Meesters van de mensheid ons dat de Geest van God heel het universum doordringt en dat wij, via de materie die ons omringt, in verbinding kunnen treden met deze Geest. Mensen hebben geen flauw idee van wat zij missen, door niet te weten dat de elementen die hen omgeven - aarde, water, lucht en vuur - doordrongen zijn van de kwintessens van God. Zij beseffen niet dat ze door meditatie, ademhaling en een bewuste voeding, deze kwintessens kunnen ontvangen, waardoor alle cellen van hun lichaam verlevendigd zullen worden. Zo verbeteren zij niet alleen hun lichamelijke gezondheid, maar hun verjongde, gezuiverde en verlichte cellen worden goede arbeiders die hen steunen bij hun innerlijk scheppingswerk, in plaats van deze cellen heel laag in de ondoorzichtige gebieden van de materie vast te houden.
Zie ook ‘Meditatie – scheppend werken met de gedachte, de verbeelding, de natuur, het licht’, reeks Stani nº 3, deel IV. 4 en 12
De dualiteit is in feite slechts een uitdrukking van de eenheid. Het getal 1 is het eerste en enige getal. Alleen het getal 1 bestaat, dat moet je begrijpen. En wat stellen 2, 3, 4... voor? Verdelingen van 1. Men verdeelt 1 willekeurig in 2, 3, 4, 5, 6... en iedere verdeling wordt voorgesteld als een nieuw getal, terwijl het in feite slechts een ander aspect van 1 is.
Wat is de 2? De gepolariseerde 1. Neem een magneet: hij is gepolariseerd, maar hij is niet verdeeld, hij is en blijft één. Nergens kan de 2 gescheiden worden van de 1. Om het even welk voorwerp, of zelfs het menselijk wezen, heeft twee uiteinden, twee polen, maar blijft altijd één. En de 3? Wel, dat zijn de twee polen die verbonden blijven en die op elkaar inwerken om een wezen, een kracht of een voorwerp tot stand te brengen, en dat is dan de 3; maar 3 is evenmin gescheiden van 1. En 4, 5, zijn nog nieuwe aspecten van het getal 1; individueel bestaan zij niet, alleen 1 bestaat.
Zie ook ‘Het leven, meesterwerk van de geest’ Synopsis III, deel IX.3
Als zij niet zouden lijden, zouden mensen nooit beslissen zichzelf te veranderen. Daarom zouden zij het nut van het leed moeten begrijpen, in plaats van ertegen in opstand te komen, want lijden is als een vuur dat onzuiverheden verbrandt.
Vuur bezit een eigenschap die men moet kennen: het vernietigt nooit wat van dezelfde aard is. Op het ogenblik dat het in de mens dringt, verbrandt het alleen zijn onzuiverheden; de zuivere materie wordt niet verteerd, maar biedt weerstand aan het vuur en wordt lichtgevend, omdat zij ermee in harmonie vibreert. Deze materie vormt het verheerlijkt lichaam, het lichaam van licht waarover de Bijbel spreekt. Wanneer een Ingewijde erin slaagt het goddelijk vuur vanbinnen te ontsteken, zet hij de materie van zijn wezen in vuur en vlam en doet hij deze schitteren als een zon.
Zie ook ‘U bent Goden’, Synopsis I, deel IX.4
Kijk naar de zon en neem haar als model, want de zon zal je in de beste gemoedstoestand brengen, om mensen lief te hebben en te helpen. Zolang men dit model van warmte en licht niet bezit, geeft men zich over aan egocentrische en grove uitingen.
Kijk wat zich in de wereld afspeelt: je ziet enkel mensen die willen profiteren van anderen, hen onderwerpen en verpletteren. Dat is allemaal niet zo fraai! Met de zon daarentegen heb je het beeld van een wezen dat altijd straalt en edelmoedig is. En zelfs als men zou toegeven dat de zon geen intelligent en redelijk wezen is in de betekenis die mensen daaraan geven, kan het bewuste contact met haar warmte en licht ons toch enkel inspireren tot meer broederlijke gevoelens tegenover de anderen.
Zie ook ‘U bent Goden’, Synopsis I, deel III.4