Dagteksten
De meeste mensen slaan geen acht op de manier waarop zij eten. Zij nemen hun maaltijd terwijl ze gesprekken voeren, gebaren maken, ruziën, en ondertussen steken ze van tijd tot tijd een hap in hun mond. En ze vinden dit helemaal niet abnormaal. Zij denken dat het organisme zich wel zal bemoeien met het opnemen en schiften van alle elementen die het nodig heeft, om goed te functioneren. En dat is waar, het organisme neemt die taak op zich.
Maar wat zij niet weten door hun gebrek aan kennis, is dat het voedsel subtiele krachten en elementen bevat die zij er alleen kunnen uithalen door een bewuste voeding. Deze elementen behoren tot het etherisch, astraal en zelfs mentaal gebied en kunnen hen helpen om hun gedachten, gevoelens en heel hun gedrag te verbeteren. Ja, maar nogmaals, op voorwaarde dat men leert zich bewust te voeden.
Zie ook ‘De yoga van de voeding’, Izvor 204, hst. III.
Maak er een gewoonte van je iedere dag te verheffen met je gedachten, als je je problemen wilt oplossen. Het hangt van jou af je te verheffen en niet te wachten tot God bij jou komt, om je te bezoeken met Zijn genade en barmhartigheid. Want God zal niet afdalen.
Je zult zeggen: ‘Maar wij hebben toch in de Bijbel gelezen dat de Heilige Geest op de dag van Pinksteren over de apostelen is neergedaald in de vorm van vurige tongen?’ Ja, maar om de Heilige Geest te ontvangen, moet de mens zich eerst innerlijk verheffen tot de hemelse gebieden waar hij versmelt met de Godheid. Wie zich zuivert, wie vibreert in eenklank met de wil van God, leeft reeds in de meest lichtende gebieden. En zelfs als men zegt dat God in hem is neergedaald, is het in feite hijzelf die geklommen is tot aan God die hem van Zijn aanwezigheid vervuld heeft.
Zie ook ‘Het leven, meesterwerk van de geest’, Synopsis III, deel VI.3
Wanneer een kind eet, begrijpt het dan welke energie het voedsel hem zal geven, en hoe deze energie zal bijdragen tot zijn fysieke, morele en intellectuele ontwikkeling? Natuurlijk niet, maar toch wacht men niet tot het kind alles begrijpt, om het te voeden.
Welnu, men moet evenmin wachten tot het kind begrijpt, om het sommige elementen van de spiritualiteit mee te geven. Want al wat het kind op die manier registreert, zonder het te begrijpen, zal later in zijn bewustzijn verschijnen en het zal ervan kunnen profiteren. Het zal er gebruik van maken en veel evenwichtiger zijn dan kinderen die men afgeschermd heeft voor zulke elementen, onder het voorwendsel dat zij er nog niet de leeftijd voor hadden. Als men moet wachten tot kinderen in staat zijn het spirituele leven te begrijpen, om het hen mee te geven, zullen zij in zekere zin vlug uitgeteld zijn, spiritueel uitgeteld. Het spirituele leven is niet zoals wiskunde, fysica of scheikunde die een zekere intellectuele ontwikkeling vereisen. Het spirituele leven is voor de ziel van het kind als een moedertaal, waarvan het doordrongen wordt, als het deze taal om zich heen hoort spreken.
Zie ook ‘De opvoeding begint voor de geboorte’, Izvor 203, hst. VI
Het fysieke lichaam van de mens kan vergeleken worden met een slagveld, waar de krachten van het leven en de krachten van de dood elkaar bestrijden. De mens die een wanordelijk en chaotisch leven leidt, voedt in zijn organisme krachten van ontbinding die hem proberen te vernietigen. Als hij daarentegen voor het licht kiest, als hij zijn levensbeschouwing verbetert, als hij beslist om te werken volgens de goddelijke wetten, versterkt hij de bewakers van het organisme en worden de destructieve krachten geneutraliseerd.
Zo zie je hoe wij nu eens de ene, dan weer de andere krachten versterken of verzwakken. Het is dus nodig dat wij onszelf gadeslaan en wijzer worden. Want door onze levenswijze bepalen wij in ons de voorwaarden van ziekte of gezondheid.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, verzameld werk deel 11, hst. XVI
Leer kritiek en boosaardigheid te gebruiken als stimulansen. Telkens als men je ten onrechte beschuldigt of veroordeelt, moet je denken dat je hierdoor over de beste voorwaarden beschikt om jezelf te versterken. Als je deze raad opvolgt, zul jij op een dag de overwinning behalen, en zij die je hebben aangevallen, zullen zich schamen. Waarom? Terwijl zij bezig waren jou kwaad te berokkenen, werkten ze niet, verbeterden ze zichzelf niet, integendeel; en als zij zich nu vergelijken met jou, komen ze tot de bevinding dat ze bijzonder zwak en onbenullig zijn.
Wanneer men beschut is, in alle rust, doet men geen enkele inspanning, maar deze rust is niet altijd zo wenselijk. Als je deze graad van inzicht bereikt, zul ook jij denken dat wie ten onrechte belaagd wordt, zich in de betere situatie bevindt, al lijkt het anders.
Zie ook ‘Spiritueel leven – 115 gouden regels’, Izvor 227, regel p. 109