Dagteksten
Echte spiritualiteit kan vergeleken worden met het werk van de zon op de aarde. Het
spirituele werk is de zon, onze geest, die ons lichaam verlevendigt en bezielt, zodat wij doordrongen worden van gezondheid, licht en volheid.
Als onze geest iedere dag helder is en ons wezen zuivert, begint het nieuwe leven in ons te stromen. Geen enkele ontplooiing is mogelijk zolang de zon, onze geest, afwezig is. Daarom is de waarachtige religie de zonnereligie. Iedereen weet dat er een zon bestaat en wat zij doet, maar heel weinig mensen hebben eraan gedacht dat men die zon in het hart en in de ziel moet binnenbrengen als een symbool, als levenskracht. Wie leert de zon iedere dag in zich te doen opgaan, komt dichter bij de verrijzenis.
Zie ook ‘Een universele filosofie – broederschap als nieuwe vorm van bewustzijn’, Izvor 206, hst. V
Jongeren weten niet veel af van de menselijke natuur, en om hen op de hoogte te brengen, hoeft men niet op de scholen te rekenen! Zij beseffen dus niet hoe gevaarlijk het is hun verbeelding de vrije loop te laten, want die is werkelijk in staat zich te prostitueren. Zelfs opvoeders laten jongeren baden in nevelige toestanden, zonder het gevaar te zien van die situatie, en zij moedigen hen zelfs aan. Zij zeggen: ‘Hij droomt, hij is een dichter, je moet hem laten dromen.’ Ja, maar kent men de wereld van de droom voldoende?
De natuur heeft in de mens formidabele vermogens gelegd, en de verbeeldingskracht is een van die vermogens die kan worden gebruikt voor zijn bloei of voor zijn ondergang. Als jongeren hun verbeelding ten prooi laten vallen aan ongeacht welk gevoel of verlangen, zullen zij na verloop van tijd overmand worden door zeer negatieve gemoedstoestanden.
Zie ook ‘Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit’, Izvor 233, hst. VI, V en IX
Het sacrament van de heilige Eucharistie herdenkt het laatste avondmaal dat Jezus met zijn leerlingen gebruikte, toen hij brood nam, het zegende en het hun gaf met de woorden : ‘Neem en eet, want dit is mijn lichaam...’ Daarna nam hij de wijn, zegende hem en deelde hem uit met de woorden : ‘Neem en drink, want dit is mijn bloed...’ Dit gewijde ritueel wordt iedere dag herhaald tijdens de mis, wanneer de priester brood en wijn opdraagt, opdat zij het lichaam en het bloed van Christus zouden worden.
Om de betekenis van deze woorden te begrijpen, moet je weten dat brood en wijn – vruchten van het koren en de druif – symbolen zijn van het mannelijk en vrouwelijk beginsel die men terugvindt in de meeste Inwijdingen. Het brood kan alleen het lichaam van Christus worden en de wijn zijn bloed, omdat beide zonnesymbolen zijn. Op kosmisch vlak zijn het lichaam en bloed van Christus het licht en de warmte van de zon die het leven doen ontstaan, en op spiritueel gebied zijn het lichaam en bloed van Christus de wijsheid en de liefde. Jezus bedoelde dus : ‘Als je mijn lichaam eet – de wijsheid – en als je mijn bloed drinkt – de liefde – zul je het eeuwig leven bezitten.’
Zie ook De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma, Izvor 202, hst. I
Het christendom heeft de nadruk gelegd op het pijnlijk en tragisch aspect van het kruis, op het aspect van de dood, door het kruis wezenlijk te verbinden met de dood van Jezus. In feite moet men in het kruis een veel ruimere betekenis zien: deze van de materie, waarin de geest afdaalt, om haar tot leven te wekken.
Uiteraard kan het gebeuren dat de geest zich in de materie stort en daar inslaapt. Beschikt men niet over voldoende krachten om de materie te bezielen, dan wordt die vereniging het graf van de geest en helaas gebeurt dit bij een aantal mensen die de geest in zichzelf begraven. De materie is het kruis, waarop de geest zich voortdurend offert, maar dat offer heeft enkel een bestaansreden, als de materie getransformeerd wordt en levendiger, zuiverder wordt.
Zie ook ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel VI.2.IV
Het is waar dat het leven vol moeilijkheden en valstrikken zit, maar men mag nooit vergeten dat de Hemel ons niet weerloos en ongewapend naar de aarde heeft gestuurd. Integendeel, Hij heeft ons de mogelijkheden gegeven alles te trotseren. Wij zijn op aarde beland met een perfecte lichamelijke uitrusting en wapens om de materiële wereld te trotseren: een hoofd, armen, benen, een hart, een maag, vijf zintuigen, enz.
En psychisch zijn wij ook uitgerust om aan alles het hoofd te kunnen bieden: de gedachte, het gevoel, de wil en de verbeelding kunnen wij net zo gebruiken als onze ledematen en organen op fysiek vlak. Neem de gewoonte aan de zaken op die manier te bekijken, laat je vermogens niet onbenut. Want anders zullen ze van geen enkel nut zijn op de dag dat je ze werkelijk nodig hebt, omdat zij als ongebruikt en verroest gereedschap zullen zijn.
Zie ook ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, verzameld werk deel 13