Geen enkele van je inspanningen kan verloren gaan. Zelfs als je voor het ogenblik niet slaagt, blijft alles wat je doet verworven voor later. Op een dag zullen alle inspanningen, die je je getroost hebt, aan de Hemel vragen om ze tot verwezenlijking te brengen, en de Hemel zal ervoor zorgen, want zo luidt de wet. Degenen die deze zaken niet begrijpen, zeggen: ‘Die daar heeft niets uitgericht en hij krijgt alles, terwijl ik werk en niets bezit, afgezien van een hoop ellende’, en zij worden verteerd door jaloersheid. De persoon die je zo bevoorrecht lijkt, heeft in feite reeds inspanningen geleverd in het verleden.                                                       

Een genie zoals Mozart bijvoorbeeld, had reeds muziek gestudeerd in vorige incarnaties en daarom gaf hij van kindsbeen af blijk van uitzonderlijke gaven. Grote resultaten zijn niet mogelijk, als men niet vooraf geleerd en gewerkt heeft. Alles is een kwestie van moeite en van tijd. De krachten van de natuur zelf zullen je komen helpen, als ze zien dat je oprecht en volhardend bent, want zij zijn trouw en waarachtig.

Zie ook ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. VII

Om God te vinden moet men Hem minstens liefhebben. Niet omdat God onze liefde nodig heeft. De grote Meesters van alle religies hebben aan de mensen de liefde voor God onderwezen, omdat zij een magische wet kenden. Die wet drukt de overeenstemming uit, in de spirituele wereld, van feiten die wij alle dagen op fysiek gebied kunnen waarnemen. Gooi een bal tegen een muur: hij wordt teruggekaatst. Roep in de bergen enkele woorden naar een rotswand: de echo weerkaatst ze. Zend je liefde naar God, en je stelt op dezelfde wijze deze wet in werking: de goddelijke liefde is verplicht bij jou terug te keren.                 

God heeft ons niet nodig, wij hebben Hem nodig, en alleen met onze liefde kunnen wij Hem aantrekken, zodat Hij naar ons komt.

Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. V

De vier elementen werden gedefinieerd in verband met de vier toestanden van de materie: vast, vloeibaar, gasvormig, etherisch. Al wat vast is, noemden de klassieken: aarde; al wat vloeibaar is: water; al wat gasvormig is: lucht en al wat etherisch is, dat wil zeggen warmte en licht, noemden zij vuur.                                                                    

Men vindt de vier elementen terug in het voedsel dat wij iedere dag nuttigen, want het voedsel stelt de vier toestanden van de materie voor: vast, vloeibaar, gasvormig en etherisch. Daarom kunnen maaltijden via het voedsel een gelegenheid worden ons een te voelen met de Engelen van de vier elementen: de Engel van de aarde, zodat hij ons stevigheid en vastberadenheid geeft, want hij legt de basis, zonder hem kan niets blijven bestaan; de Engel van het water, zodat hij ons het leven en de zuiverheid schenkt; de Engel van de lucht, zodat hij ons de intelligentie, de fijngevoeligheid en de snelheid bezorgt en uiteindelijk de Engel van het vuur, zodat hij ons het licht en het vuur van de goddelijke liefde verschaft.

Zie ook ‘Meditatie – scheppend werken met de gedachte, de verbeelding, de natuur, het licht’, reeks Stani 3, deel II.7.4

Hoe komt het dat mensen zo overtuigd zijn van hun gelijk over alle onderwerpen: godsdienst, politiek, liefde?... Enkele jaren later zijn zij veranderd en samen met hen ook hun ideeën, maar zij geloven nog altijd dat ze gelijk hebben. Tijdens hun jeugd hebben ze op een bepaalde manier gedacht, als volwassene denken ze anders, en als ze bejaard zijn, zullen ze nog anders denken. Waarom blijven zij dan altijd zo sterk gehecht aan hun ideeën? Zij zouden moeten zeggen: ‘Aangezien ik al zo vaak van mening ben veranderd, wie zegt dat ik het nu juist heb?’ Ja, zelfs op negenennegentig jaar moet men zeggen: ‘Ik wacht nog om mij uit te spreken, binnen een paar duizend jaar zal ik er misschien een helderder kijk op hebben!’ Het is goed overtuigd te zijn, maar niet overtuigd van zijn oordeelsvermogen, want dat is beperkt, onvolledig. Leef nog een beetje en je zult nogmaals van idee veranderen. Ja, want meningen veranderen voortdurend, al naargelang wat men beleefd heeft en het niveau waarop.

Zie ook ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, verzameld werk deel 13, hst. VII

Als je aandachtiger zou zijn, als je meer onderscheidingsvermogen zou hebben, zou je voelen dat een innerlijke stem je raad geeft voor iedere belangrijke onderneming in je leven (hetzij een reis, hetzij een werk, hetzij een beslissing die je moet nemen). Maar je schenkt er geen aandacht aan, want je verkiest het kabaal en het geraas. Opdat je zou luisteren naar het wezen dat tot je spreekt, moet het immers veel lawaai maken. Als het zacht spreekt, luister je niet.

Nochtans moet je weten dat, wanneer hogere wezens tot je spreken, zij slechts enkele woorden zeggen met een haast onhoorbare stem. Als jou een ongeluk is overkomen door je eigen fout, zeg je soms: ‘Ja, inderdaad, er was ergens iets dat mij waarschuwde, maar het signaal was zo zwak, zo stil...’ Je hebt dus niet geluisterd, omdat je verkoos de stemmen te volgen die heel veel en heel luid praatten, om je te misleiden.

Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. XII