Of ze nu werken of zich vermaken, mensen besteden hun energie zonder te tellen. Terwijl zij hier of daar enkele spullen verzamelen of genoegens beleven, verzwakt hun leven en kwijnt het weg, want zij hechten er geen enkele waarde aan. Zolang zij het leven bezitten, denken zij dat ze al hun begeerten kunnen voldoen, rijkdom verzamelen en de grote Jan uithangen. Zij blijven uit hun energie putten tot er niets meer van overblijft en dan zijn ze verplicht om een bruusk einde te maken aan al hun activiteiten. Het heeft geen zin op die manier te handelen, want als de mens het leven verliest, is het over en uit.                     

De wijzen hebben het leven altijd als het belangrijkste beschouwd en zij leren ons: bewaar je leven, zuiver het, heilig het, verwijder alles wat het belemmert of verzwakt, want daarna kun je dankzij dat leven alles verkrijgen wat je ziel en je geest vragen: intelligentie, kracht, schoonheid, macht...

Zie ook Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit, reeks Izvor nr. 233, hst.VII en XVII.