In een vrucht is niets zo belangrijk als het zaad, want dankzij de zaden kun je duizenden hectaren fruitbomen bezitten. Voor de natuur is het zaad essentieel; de natuur houdt zich slechts bezig met het zaad of de pit. Als er wat vruchtvlees omheen zit, heeft de natuur dat gedaan om vogels en mensen aan te trekken die ervoor zorgen dat het zaad geplant wordt. Vanuit symbolisch oogpunt is het zaad of de pit de geest; het vlees is de ruimte, waar het leven doorheen stroomt, de ziel; en de pel is het materiële omhulsel, het fysiek lichaam. Men kan niet ontkennen dat het fysiek lichaam belangrijk is: het is zoals de fles die verhindert dat het parfum ontsnapt, de ziel en de geest worden erdoor vastgehouden. Alleen is de waarachtige mens niet het lichaam, maar wel het onwaarneembare punt dat ergens vanbinnen zit, dat denkt, bemint en schept. Dat de kosmische Intelligentie niet zozeer gehecht is aan het fysiek lichaam, wordt bewezen door het feit dat zij dit lichaam laat sterven en begraven, terwijl zij de geest die onsterfelijk is, laat terugkeren naar de hemelse gebieden.

Zie ook Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven, reeks Izvor nr. 222, hst.VI.